Op deze pagina kun je verzonden mailings teruglezen, zodat je weet waar je aan begint voor je je inschrijft op de mailinglist.
Om je in te schrijven op de mailinglist, of je inschrijving aan te passen, kun je hier klikken.

Datum verzonden : 4/20/2005 4:25:03 PM

Niger en Nigeria

Woensdag 6 april, 17:00 - 21:00

Vijf uur: tijd om water te zoeken. We fietsen door een dorpje, vragen naar een pomp of put, en worden gewaarschuwd: hier is geen goed drinkwater. "Ach, we hebben toch een waterfilter?", denken we, en gaan naar de put waar het flink druk is. Populair watertje! Robert loopt met onze waterzak en speciaal voor Niger aangeschafte extra jerrycan (we drinken ongeveer tien liter per persoon per dag) naar de put, Wiesje blijft bij de fietsen. Gelijk loopt er een vrouw naar haar toe van een jaar of vijftig misschien nog ouder: bijna een zeldzaamheid.

Het percentage mensen van boven de dertig is hier schrikbarend laag. Maar weinig mensen worden zo oud dat ze rimpels in hun gezicht krijgen, en sommige dorpjes lijken geheel door kinderen bestuurd te worden. Daar worden we aangestaard door kinderen, kopen van kinderen door kinderen gekookt voedsel, onderhandelen met kinderen, betalen kinderen. We voelen ons er niet prettig bij, al is iemand van vijftien in de ogen van de mensen hier vast geen kind meer. Maar de meesten zijn nog jonger.

Terug naar de put. De oude vrouw heeft een baby op de arm. "Cadeau, cadeau", zegt ze, wijzend op het kind. Iedereen vraagt hier om cadeaus, en meestal doen we of we het niet begrijpen. "O, hallo Kado, ik heet Wiesje", zegt Wiesje tegen de baby, en aait het verlegen naar de grond kijkende meisje over het wangetje.
Vijf seconden kost het de baby om het hoofd wat op te tillen, net genoeg om Wiesje aan te kijken met doffe ogen onder half omhooggehesen oogleden. Dan zakt het hoofdje weer naar beneden. Niet uit verlegenheid. Dat kind is ziek, doodmoe, of allebei.

Op dat moment komt Robert terug met lege zakken. "Dat water drink ik niet", brengt hij geschokt uit. "Ik kon net 3 cm diep kijken". We fietsen zo snel we kunnen naar de dichtstbijzijnde pomp, 17 km verderop. Stil, aangeslagen. Robert omdat hij het water heeft gezien waar het dorp van moet leven, Wiesje omdat ze gezien heeft wat dat water waarschijnlijk veroorzaakt.

Als we aankomen in het pompdorp zijn we voor het eerst blij dat we de kinderen naar ons toe zien rennen en om geld en fietsen horen schreeuwen: gelukkig, hier kunnen ze tenminste rennen, springen. Snel vullen we de zak, de bak, en kopen zakjes klaargemaakte rijst en macaroni, sinaasappels en oliebollen. Nog een uur tot donker, het scheelt als we niet hoeven te koken.
Al snel na het dorp vinden we een mooi wildkampeerplekje, tussen wat heuveltjes, wat boompjes. Slapen in de tent doen we niet meer, dat is veel te heet: overdag is het boven de 50 graden, en s avonds koelt het maar langzaam af. We hangen de klamboe op, de sprinkhanen wegjagend wiens broertjes we een paar dagen eerder als pittig gekruide knapperige frituursnack gegeten hebben. We eten ons eten, filteren ons toch al redelijk schone water, drinken 4 liter thee, praten wat bij kaarslicht: het is inmiddels donker.

Wiesje hoort achter zich iets in de blaadjes scharrelen. Een muis, een hagedis?  Met een nog lege fles slaat ze ongeinteresseerd ind e richting van het geritsel, zo het beestje echter niet wegjagend maar naar zich toe. Flits-flits voelt ze iets zachts en harigs onder haar blote benen doorschieten, veel te snel voor iets met maar 4 pootjes. Met een echt damesgilletjes springt ze overeind, en Robert komt al snel bij haar gesprongen, als het monster in kaarslicht op Roberts stuurtas even stilstaat en zich in vol ornaat toont. Een grote, dikke, vlezige, harige spin, echt zo eentje die sommigen als huisdier houden. Daar hoort Wiesje in ieder geval niet bij, zij en de spin doen een wedstrijdje om wie het bangst is. De achtpoter rent weg, Wiesje slaat haar benen om Roberts nek en weigert los te laten. Dat houdt hij toch nog een knappe minuut vol, dan laat hij haar zakken op een rode plastic zak waar de duizenden spinnen die Wiesje elk moment verwacht uit de bosjes te horen aanvallen zich tenminsten duidelijk tegen aftekenen in het beetje maanlicht dat er is.
Spinnen van deze grote zijn in Afrika nooit gevaarlijk giftig. Maar toch. De klamboe wordt zéér zorgvuldig onder het grondzeil gestopt, en tot onze verbazing slapen we snel in na deze enerverende middag.

 

Zaterdagochtend 16 april

Grensdag! Eentje waar we al lang tegen op kijken. Nigeriaanse beambten zijn allemaal corrupte klootzakken, als we de verhalen mogen geloven.
Na een klamboenacht onder een stekelboom (ja, dat wordt weer matjes plakken) fietsen we de 40 km tot de grens. Onderweg komen we de boormannen tegen die we ontmoet hebben in Zinder, de stad waar we gisteren vertrokken zijn. "Boren jullie naar olie of naar water?", vroegen we, toen we daar naast één van hen een broodjes omelet aten. "Dat hangt er van af. We boven, en zien wel wat we tegenkomen. Soms olie, soms water". Door Japan gestuurde Chinezen leiden de operatie.
Zinder heeft meer behoefte aan water dan aan olie: overdag is er soms water. Rijen voor putten en pompen zijn steevast lang. We vinden het raar dat we in ons hotelletje een wc hebben: doorspoelen lukt alleen met een flinke emmer, waar 2 mensen zich goed mee kunnen wassen of heel wat meer mensen hun dorst van kunnen lessen. Maar heir geen gaten in de grond zoals we ze eerder als toilet hebben gehad.

Uitstempelen uit Niger is zo gebeurd, en voorzichtig informeren we naar hun Nigeriaanse collegas. "Ach", zeggen ze, ons totaal niet geruststellend, "het gaat wel".
In niemandsland doet Robert een lange broek over zijn fietsbroek aan, Wiesje haar hoofddoek op: in Noord-Nigeria is de shariaa weer ingevoerd, de islamitische wetgeving. Huid bedekken, niet roken, niet drinken, niet knuffelen op straat. Wiesje hoopt dat ze niet ook nog een rok over haar lange broek aan hoeft, voorlopig wagen we het er zo op.

Met een zo vriendelijk mogelijke glimlach maar stiekem nogal zenuwachtig komen we bij het eerste uniform. "You are very welcome", zegt het vriendelijke hoofd erboven, "very, very welcome". "Als aanvulling op je salaris?", vragen we ons in stilte af, maar het lijkt oprecht. Hij brengt ons naar hok 1, waar vrinedelijke meneer 2 van "immigration" zit te wachten. Hij loopt een paar keer heen en weer om wat te vragen, excuseert zich dat er geen stoelen meer zijn, excuseert zich dat het even duurt. We vullen een formulier in, krijgen een mooie stempel in ons paspoort, en worden doorgestuurd naar het volgende hokje: douane. Nog een vriendelijke man, die verbaasd vraagt of we moslim zijn, wijzend op Wiesjes hoofddoek. "Ehm, de shariaa is toch ingevoerd?" "Ja, officieus", zegt hij met wiebelend hoofd.

Met blijdschap ziet Wiesje dat hij toe is aan een nieuwe bladzijde in zijn schrift: hebben we tenminste een klassiek lang-wachten-op-nieuwe-kolommmen-tekenen-verhaal. Maar de man mompelt "dat duurt te lang", en schrijft onze gegevens op een los papiertje. "Goede reis!", en verbaasd staan we weer buiten.
We proosten met gefilterd water op deze extreem soepele overgang, maar dat is otch iets te vroeg gejuischd: eerst is er nog een medische check, waar we onze inentingspapieren moeten laten zien; dan gaan we weer terug naar hok 2, waar de grote baas is aangekomen en zijn twijfels heeft over de data op ons in Bamako gekochte visum. Geldig tot 18 april, staat erop, en dat is overmorgen, maar volgens ons geldt dat allleen voor binnenkomst: daarna hebben we 1 maand. Wij mogen ons zegje doen, beambte nr. 2 bepleit onze zaak. We worden verzocht even naar buiten te gaan, en na 10 minuten is de interne discussie afgelopen. Na wat grapjes over en weer krijgen we onze paspoorten terug: het is goed. Pffft.

Nog meer hokjes: bagage-check. Aardige mannen, met interesse in onze reis en in de kilometerstand, de spullen geloven ze wel. Bij "nationale veiligheid" willen ze ook onze reisplannen horen en nog één keer de gegevens noteren, dan nog een slagboom, en we zijn er. Nigeria. Er is niet eens gevraagd om iets dat ook maar leek op smeergeld.

Na 8 controles gehad te hebben tijdens de eerste 5 kilometer, van politie, gendarmerie, immigratiedienst, douane en nationale veiligheid worden we ongerust. Gaat dit zo door tot aan Kano? "Oh yes. And this is how it should be", is het antwoord als we voorzichtig informeren. Maar na nog twee is het afgelopen, en kunnen we wat kilometers maken.

Al twee dagen lang zijn we overval-scenarios aan het doornemen: achter elke boom staat een struikrover, hebben we in Nederland gehoord. Meestal waren het "ik ken iemand die ooit eens gelezen heeft dat..."-verhalen, en als er een locatie bij genoemd werd was het bijna altijd rond de grote zuidelijke stad Lagos, toch zijn we wel een beetje bang. Maar de mensen zwaaien alleen uit vriendelijkheid. Kinderen doen wat ze in alle landen doen: meestal rennen ze naar ons toe, soms rennen ze keihard weg, honderden meters het veld in. Hier zijn de Witten de Zwarte Piet, en sommige ouders zijn blijkbaar erg goed in enge verhalen vertellen.

Nu zitten we in Kano, en de eerste drie dagen in Noord-Nigeria zijn goed bevallen. Het lijkt hier veel op andere West-Afrikaanse landen, en hopelijk hebben we over twee weken nog steeds geen negatieve verhalen. Of misschien over de modder: terwijl we dit intikken valt de eerste enorme regenbui... Regentijd?

Tot in Kameroen!
 

Er staan ook nieuwe fotos online, van Benin, Niger en een beetje Nigeria, je kunt ze hier vinden:
http://www.cyclingsouth.nl/images/photomatic/

Wiesje en Robert


We rijden op een Santos
Onze landkaarten kochten wij bij Landschap, Eindhoven
www.cyclingsouth.nl wordt gehost door Vevida

Deze drie bedrijven steunen onze reis, we zijn ze dankbaar!

Robert Sirre en Wiesje Korf fietsen in 15 maanden van Eindhoven naar Zuid Afrika. Met deze reis zamelen ze geld in voor een school in Masaka, Uganda. Help mee, en maak een bedrag over op gironr. 252525 t.n.v. Terre des Hommes o.v.v. Cycling South. Zie voor meer informatie www.cyclingsouth.nl/helpmee

Je krijgt deze nieuwsbrief omdat je ingeschreven staat op de mailinglist van cyclingsouth.nl. Wil je hem niet meer ontvangen, of heb je deze nieuwsbrief van iemand anders doorgestuurd gekregen en wil je juist wel op de lijst staan, ga dan naar www.cyclingsouth.nl/contact/mailinglist/ en pas je gegevens aan.